zondag 3 maart 2013

Epiloog


Sadako Sasaki overleed op 25 oktober 1955.
Haar klasgenootjes vouwden nog driehonderd zesenvijftig kraanvogels zodat er duizend kraanvogels begraven konden worden in Sadako's kist. In zeker zin kwam haar wens uit. Ze blijft eeuwig leven in de harten van de mensen.

Na haar begrafenis verzamelde de Bamboeklas al haar brieven en publiceerden ze in een boek. Ze gaven het boek de titel Kokeshi, naar de pop die ze aan Sadako hadden gegeven toen ze in het ziekenhuis lag. Het boek werd naar overal in Japan gestuurd en binnen onafzienbare tijd kende iedereen het verhaal van Sadako en haar duizend kraanvogels.

Sadako's vrienden begonnen te dromen van een monument voor Sadako en alle kinderen die gedood werden door de atoombom. Jonge mensen vanuit het hele land hielden collectes voor dit project. In 1958 kwam hun droom uit, het standbeeld werd onthuld in Hiroshima's Park van de Vrede. Sadako staat er in het paradijs op de top van de granieten berg. In haar uitgestrekte handen houdt ze een gouden kraanvogel vast.

De "Geplooide Kraanvogel Club" werd ter ere van Sadako opgericht. De leden van de club plaatsen nog steeds elk jaar op 6 augustus - Dag van de Vrede - duizenden kraanvogels aan de voet van Sadako's standbeeld. Ze doen ook een wens. Die wens staat gegraveerd onderaan het standbeeld:
Dit is onze kreet,
dit is ons gebed;
vrede in de wereld.

donderdag 28 februari 2013

Vlug als de wind


Hoe zwakker Sadako werd, hoe meer ze nadacht over de dood. Zou ze voortleven op een hemelse berg? Doet sterven pijn? Of was het net als in slaap vallen?
Kon ik het maar voor even vergeten, dacht Sadako. Maar het was als proberen de regen tegen te houden die uit de lucht naar beneden kwam. Van zodra ze zich concentreerde op iets anders, kwam de dood weer haar gedachten binnen sluipen.
Halfweg oktober kon Sadako de dag en nacht niet meer uit elkaar houden. Op een dag, toen ze haar mama zag wenen, smeekte ze, "Niet wenen mama, alstublieft niet wenen." Sadako wilde nog meer zeggen maar haar mond en haar tong wilden niet meer mee. Een traan liep over haar wang. Ze had haar mama zoveel verdriet gebracht. En het enige wat ze nog kon doen was papieren kraanvogels maken en hopen.
Ze prutste aan een stukje papier maar haar vingers konden niet meer vouwen.
Ik kan nu zelfs geen vogel meer maken, zei ze in zichzelf. Ik ben in een echte schildpad veranderd! Vlug, heel vlug probeerde Sadako met al haar krachten nog een kraanvogel te plooien voordat ze in de duisternis verdwaalde.
Minuten later of waren het uren geweest, kwam dokter Numata binnen en voelde aan het voorhoofd van Sadako. Hij nam het papiertje voorzichtig uit haar handjes. Ze hoorde nauwelijks wat hij zei, "Het is tijd om te rusten. Je kan morgen weer kraanvogels plooien. "
Sadako knikte zwakjes. Morgen ... morgen leek zo ver, zo heel ver weg.
Toen ze weer wakker werd, was haar hele familie er. Sadako glimlachte naar hen. Ze was deel van die warme, liefhebbende kring van mensen waar ze altijd zou zijn. Niks kon dat ooit veranderen.
Lichtjes dansten reeds achter haar ogen. Sadako streelde met haar dunne, bevende handje over de gouden kraanvogel. Het leven gleed langzaam uit haar weg maar de kraanvogel sterkte haar ziel.
Ze keek naar de vlucht kraanvogels boven haar bed. Terwijl ze keek, deed een herfstbriesje de vogels ritselen en wiegen. Ze leken te leven en door het open venster naar buiten te vliegen. Ze waren zo mooi en zo vrij! Sadako zuchtte en sloot haar ogen.
Ze werd nooit meer wakker.

De laatste dagen (2)


Van die dag gaf dokter Numata Sadako elke dag inspuitingen en bloedtransfusies. "Ik weet dat het pijn doet," zei hij, "maar we moeten blijven proberen."
Sadako knikte. Ze klaagde nooit over de spuitjes of de aanhoudende pijn. Er groeide diep in haar een veel ergere pijn. Het was de angst om te sterven. Ze vocht er even hard tegen als tegen de ziekte. De gouden kraanvogel hielp om te onthouden dat ze de hoop niet mocht opgeven.
Mevrouw Sasaki besteedde nu veel meer tijd in het ziekenhuis. Elke middag wachtte Sadako op de flip-flopgeluiden van haar mama's plastieken slippers in de gang. Al de bezoekers moesten dezelfde gele slippers aantrekken bij het binnenkomen, maar die van haar mama maakten dat speciale geluid. Sadako haar hart bloedde telkens ze haar mama's bezorgde gezicht zag.
De bladeren van de esdoorn kleurden roestbruin met een gouden schijn toen haar familie voor de laatste keer op bezoek kwam. Eiji gaf Sadako een grote doos verpakt in goudpapier met een mooie rode strik eromheen. Sadako opende de doos heel behoedzaam. Er zat een zijden kimono in met kersenbloesems op geborduurd, iets wat haar mama haar al altijd had willen geven. Sadako voelde hoe de warme tranen haar ogen vulden.
"Waarom deed je dat?" vroeg ze terwijl ze de zachte stof streelde. "Ik zal het nooit kunnen dragen en zijde kost zoveel geld."
"Sadako chan," zei haar papa teder, "je mama heeft er de hele nacht aan genaaid om het af te werken. Doe het aan voor haar."
Met heel veel moeite hees Sadako zich uit bed. Mevrouw Sasaki hielp haar om de kimono aan te trekken en de strik toe te binden. Sadako was blij dat je haar gezwollen benen niet kon zien. Ze hinkte onvast door de kamer en ging in haar stoel bij het raam zitten. Iedereen was eensgezind dat ze er als een prinses uitzag in haar kimono.
Op dat moment kwam Chizuko in de kamer. Ze mocht van dokter Numata een kort bezoekje brengen aan haar vriendin. Ze keek verrast naar Sadako. "Je ziet er beter uit met je kimono dan in je schooluniform," zei ze.
Iedereen lachte. Zelfs Sadako. "Dan zal ik het elke dag dragen om naar klas te komen als ik genezen ben," grapte ze.
Mitsue en Eiji giechelden.
Voor een korte tijd was het net alsof ze weer gezellig thuis waren. Ze speelden woordspelletjes en zongen de lievelingsliedjes van Sadako. Intussen zat ze stijfjes in de zetel en probeerde niet te tonen hoeveel pijn ze had. Maar het was echt wel al de pijn waard. Wanneer haar ouders naar huis gingen, zagen ze er zelfs bijna gelukkig uit.
Voor ze ging slapen, kon Sadako maar één papieren kraanvogel plooien.
Zeshonderd vierenveertig ...
Het was de laatste vogel die Sadako plooide.

dinsdag 26 februari 2013

De laatste dagen (1)

Naar het einde van de maand juli werd het warm en zonnig. Sadako leek beter te worden. "Ik ben halfweg de duizend kraanvogels," vertelde ze aan Masahiro, "er staat iets goeds te gebeuren."
En dat was zo. Haar eetlust kwam terug en de pijn verdween bijna helemaal. Dokter Numata was heel tevreden met haar vorderingen en zei Sadako dat ze even naar huis mocht voor een bezoekje. Die nacht was Sadako zo opgewonden dat ze niet kon slapen. Om de magie niet kwijt te raken maakte ze nog meer kraanvogels.
Zeshonderd eenentwintig.
Zeshonderd tweeëntwintig ...
Het was hemels om weer thuis bij haar gezin te zijn voor O Bon, het belangrijkste feest van het jaar. O Bon was een speciale viering voor de geesten van de overledenen die terug kwamen om hun geliefden te bezoeken.
Mevrouw Sasaki en Mitsue hadden het huis gepoetst en geschrobd tot het blonk. Op de tafel stonden verse bloemen. Sadako's gouden kraan en haar Kokeshipop waren er ook. Het huis geurde naar de lekkere, bereide schotels van gebakken bonen en rijstballetjes die op het huisaltaar waren gezet voor de bezoekende geesten.
Die nacht zag Sadako haar mama een lantaarn buiten zetten zodat de geesten hun weg in het donker naar hun huis zouden vinden. Ze zuchtte gelukkig. Misschien, heel misschien kon ze thuis blijven.
Een hele sliert vrienden kwamen de Sasaki's bezoeken gedurende de dagen die volgden.
Tegen het eind van de week was Sadako weer bleekjes en uitgeput. Ze kon enkel maar stil zitten en kijken naar de anderen.
"Sadako heeft wel goeie manieren gekregen," zei meneer Sasaki. "Oba chans geest moet wel heel tevreden zijn om te zien welke deftige jongedame haar kleindochter geworden is."
"Hoe kan je dat nu zeggen!" barstte mevrouw Sasaki in tranen uit. "Ik zou veel liever onze wilde Sadako terug hebben." Ze depte haar ogen en haastte zich naar de keuken.
Ik maak iedereen triest, dacht Sadako. Ze wenste dat ze terug kon veranderen in de Sadako van vroeger. Hoe blij zou haar mama dan wel niet zijn!
Alsof hij wist wat Sadako dacht, zei haar papa nors, "Nu niet piekeren. Na een goeie nachtrust voel je je vast weer lekker."
Maar de volgende dag moest Sadako terugkeren naar het ziekenhuis. Voor de eerste keer was ze blij terug te zijn in haar rustige ziekenhuiskamer. Haar ouders zaten een hele tijd aan haar bed. Af en toe viel Sadako in een vreemde halfslaaptoestand.
"Wanneer ik sterf," zei ze dromerig, "wil je dan mijn lievelingsbonencake op ons huisaltaar zetten voor mijn geest?"
Mevrouw Sasaki kon niet spreken. Ze nam haar dochters hand stevig vast.
"Stil nu!" zei meneer Sasaki met een krop in zijn keel. "Dat zal nog jaren en jaren duren. Geef nu niet op Sadako chan. Je moet nog maar een paar honderd kraanvogels maken."
Verpleegster Yasunaga gaf Sadako medicijnen die haar hielpen om te rusten. Voor ze haar ogen sloot, reikte Sadako naar haar gouden kraanvogel.
"Ik zal beter worden," mompelde ze tegen haar pop, "en op een dag zal ik weer zo vlug lopen als de wind."

maandag 25 februari 2013

Honderden wensen


Juni kwam met zijn lange eindeloze regenbuien. Dagenlang kletterde de regen uit de grijze lucht tegen de ramen. De regendruppels gleden bestendig van de bladeren van de esdoorn. De kamer kreeg al gauw een muffe geur. Zelfs de lakens voelden klam aan. Sadako zag bleek en voelde zich lusteloos. Alleen haar ouders en Masahiro mochten haar nog bezoeken. Haar klas stuurde haar een Kokeshipop om haar op te beuren. Sadako hield van de droefgeestige glimlach en van de geschilderde rode rozen op de kimono van de houten pop die een plaatsje gekregen had naast de gouden kraanvogel op het nachtkastje.
Mevrouw Sasaki was heel bezorgd omdat Sadako niet genoeg meer at. Op een avond bracht ze een verrassing mee verpakt in een furoshiki buidel. Al Sadako's lievelingsgerechten zaten er in - een loempia, kip met rijst, ingelegde pruimen, en bonencake. Sadako stutte zich tegen haar kussens en probeerde te eten. Haar gezwollen tandvlees deed zo veel pijn dat ze niet kon kauwen. Uiteindelijk duwde Sadako al de lekkernijen weg. Haar mama's ogen schoten vol.
"Ik ben toch zo'n schildpad!" schreeuwde ze uit. Ze was boos op zichzelf omdat ze haar moeder triest maakte. Ze wist ook dat haar familie geen geld had om al die dure voedingswaren te kopen. Ze veegde vlug de tranen uit haar ogen.
"Het is goed meisje," zei mevrouw Sasaki sussend. Ze wiegde Sadako in haar armen. "Je wordt vlug beter wanneer de zon terugkomt ..."
Terwijl haar mama gedichten voorlas, lag Sadako tegen haar borst. Toen Masahiro op bezoek kwam, was Sadako gekalmeerd en voelde ze zich gelukkiger. Hij vertelde haar verhalen over school en at intussen van de lekkernijen.
Voor Masahiro naar huis vertrok, zei hij, "Ik was het bijna vergeten maar Eiji gaf me een geschenkje mee. Hij diepte een stukje zilverpapier uit zijn zak op. "Hier," zei hij terwijl hij het aan zijn zusje gaf. "Eiji zei dat je er een kraanvogel moest van plooien."
Sadako rook aan het papier. "Ummm! Het ruikt naar snoep," zei ze. "Ik hoop dat de goden van chocolade houden."
Ze barstten alle drie in lachen uit. Het was de eerste keer in dagen dat Sadako lachte. Het was een goed teken. Misschien begon de toverkracht van de gouden kraanvogel te werken. Ze streek het papier glad en plooide een vogel.
Vijfhonderd eenenveertig ...
Maar ze was te moe om er nog meer te maken. Sadako strekte zich uit op bed en sloot haar ogen. Terwijl mevrouw Sasaki op haar tenen de kamer verliet, fluisterde ze een gedichtje dat ze vroeger altijd voor Sadako opzegde:
"O vlucht van hemelse kraanvogels
Bescherm mijn kindje met je vleugels."

zondag 24 februari 2013

Kenji (2)

Sadako zat op haar kamer te piekeren. Ze stelde zich voor hoe het moest zijn als je ziek was en geen familie meer had. Kenji was moedig, dat was zeker. Ze maakte een grote kraanvogel van haar mooiste papier en stuurde hem naar zijn kamer aan de overkant van de gang. Misschien zou het hem geluk brengen. Dan vouwde ze nog meer vogels voor haar vlucht.
Driehonderd achtennegentig.
Driehonderd negenennegentig ...
Op een dag kwam Kenji niet meer opdagen in de veranda. Later die avond hoorde Sadako een bed op de gang rollen. Verpleegster Yasunaga kwam haar vertellen dat Kenji overleden was. Sadako draaide zich naar de muur en liet haar tranen de vrije loop.
Na een tijdje voelde ze de zachte hand van de verpleegster op haar schouder. "Kom, we gaan voor het raam zitten en praten," zei Yasunaga met vriendelijke stem.
Wanneer Sadako stopte met snikken, keek ze naar de maanverlichte hemel. "Denk je dat Kenji daar boven is tussen de sterren?"
"Waar hij ook is, ik ben er zeker van dat hij nu gelukkig is," zei de verpleegster. "Hij verliet zijn vermoeide, zieke lichaam en zijn geest is nu vrij."
Sadako was stil en luisterde naar de blaadjes van de esdoorn die ruisten in de wind. Dan zei ze,"Ik ben de volgende die zal sterven, toch?"
"Natuurlijk niet!" antwoordde verpleegster Yasunaga terwijl ze heftig met haar hoofd schudde. Ze spreidde een paar stukjes gekleurd papier op Sadako's bed uit. "Kom toon me nog eens hoe je een kraanvogel vouwt voor je gaat slapen. Nadat je duizend vogels hebt geplooid, zal je leven tot je een oud besje bent."
Sadako deed haar best om het te geloven. Ze vouwde behoedzaam de kraanvogels terwijl ze steeds dezelfde wens herhaalde.
Vierhonderd drieënzestig ...
Vierhonderd vijfenzestig ...

zaterdag 23 februari 2013

Kenji (1)

Iedereen spaarde papier voor Sadako's kraanvogels. Chizuko bracht gekleurd papier mee uit de bamboeklas. Papa spaarde elk stukje papier uit zijn kapperszaak. Zelfs verpleegster Yasunaga spaarde het inpakpapier van de medicijnen voor Sadako. Masahiro hield zich aan zijn belofte, hij hing alle vogels netjes op. Soms reeg hij er een heleboel op één draad. De grootste kraanvogels vlogen alleen.
Er waren momenten dat Sadako zich in de maanden die volgden op de diagnose bijna genezen voelde. Niettegenstaande vond dokter Numata het toch beste voor haar dat ze in het ziekenhuis bleef. Sadako wist intussen dat ze leukemie had, maar ze wist ook dat er al patiënten van genezen waren. Ze gaf nooit de hoop op dat ook zij zou genezen.
Op een dag was Sadako druk bezig. Ze maakte haar huiswerk, schreef brieven naar vrienden en pennenvrienden en ze entertainde haar bezoekers met spelletjes, raadsels en liedjes. 's Avonds maakte ze altijd kraanvogels. Haar vlucht telde er nu al ruim driehonderd. De vogels waren nu perfect geplooid. Haar vingers werkten secuur en vlug zonder ook maar één foutje te maken.
Geleidelijk aan nam de bomziekte haar kracht weg. Ze leerde pijn kennen. Soms kon ze door de kloppende hoofdpijn niet lezen en schrijven of voelde ze een verschroeiend vuur door haar beenderen razen. De toenemende duizeligheid bracht haar soms in een donkere wereld. Vaak had ze enkel maar de kracht om bij het raam te zitten en voor zich uit te staren naar de esdoorn in de ziekenhuistuin. Dan zat ze daar uren na elkaar met op haar schoot haar gouden kraanvogel.
Op een dag toen Sadako zich echt uitgeput voelde en verpleegster Yasunaga haar in haar rolstoel naar de veranda reed, zag ze Kenji voor de eerste keer. Hij was negen en klein voor zijn leeftijd. Sadako nam zijn smal gezichtje en zijn donkere ogen in haar op.
"Hallo!" zei ze. "Ik ben Sadako."
Kenji antwoordde met een diepe, zachte stem. Al vlug waren ze aan het praten alsof ze elkaar al jaren kende. Kenji lag al heel lang in het ziekenhuis maar had weinig bezoekers. Zijn ouders waren overleden en hij woonde bij zijn tante in een naburig dorp.
"Ze is zo oud dat ze me maar eenmaal per week kan komen bezoeken," zei Kenji. "Ik lees meestal de ganse tijd."
Sadako draaide zich weg van het triestige gezichtje van Kenji.
"Het is eigenlijk niet belangrijk," ging hij verder met een vermoeide zucht,"ik sterf toch binnenkort. Ik heb leukemie door de bom."
"Maar jij kunt helemaal geen leukemie hebben," zei Sadako vlug. "Je was toen helemaal nog niet geboren."
"Dat speelt geen rol," zei Kenji. "Het gif zat in mijn mama's lichaam en ik kreeg het van haar."
Sadako wilde hem zo graag troosten maar ze wist niet wat te zeggen. Dan dacht ze aan de kraanvogels. "Je kunt net als ik papieren kraanvogels maken," zei ze,"zodat er een wonder kan gebeuren."
"Ik ken die vogels", antwoordde Kenji,"maar het is te laat. Zelfs de goden kunnen me niet meer redden."
Verpleegster Yasunaga kwam net binnen en sprak hem op strenge toon toe,"Kenji, hoe kan jij dat nu weten?"
Hij gaf haar een boze blik. "Ik weet het gewoon," zei hij. "En daarbij, ik kan mijn bloedwaarden lezen op de grafiek aan mijn bed. Elke dag worden die slechter."
De verpleegster reageerde zenuwachtig.
"Wat een babbelaar!" zei ze. "Jullie zijn jezelf aan het uitputten." En ze reed Kenji naar binnen.

vrijdag 22 februari 2013

De gouden kraanvogel (2)

Toen ze aan de slag ging met het papier, ontdekte Sadako dat een kraanvogel plooien niet zo makkelijk was als het leek. Met de hulp van Chizuko kreeg ze stilaan ook de moeilijke plooien onder de knie. Nadat ze 10 vogels had geplooid, maakte Sadako naast de gouden kraanvogel een rij op de tafel. Niet alle vogels waren even goed gelukt, maar het was een begin.
"Nu moet ik er maar 990 meer maken," zei Sadako. Ze voelde zich veilig en gelukkig met de gouden kraanvogel in haar buurt. Ze zou toch binnen enkele weken de duizendste vogel maken.
Dan zou ze sterk genoeg zijn om weer naar huis te gaan.
's Avonds bracht Masahiro Sadako's huiswerk. Wanneer hij de kraanvogels zag, zei hij, "Er is geen plaats genoeg op de tafel voor je vogels. Ik zal ze voor je aan het plafond hangen."
Sadako had pret. "Beloof je echt al de kraanvogels op te hangen die ik maak?" vroeg ze.
Masahiro beloofde het.
"Helemaal goed!" zei Sadako en haar ogen schitterden van het kattenkwaad. "Dus je hangt ze allemaal op? Alle duizend?"
"Duizend!" Haar broer kreunde. "Je maakt een grapje!"
Sadako vertelde hem de legende van de kraanvogels.
Masahiro streek met zijn hand door zijn haar. "Je hebt er me ingeluisd!" zei hij met een grijns.
"Maar ik doe het toch hoor!" Hij leende wat garen en spijkers bij verpleegster Yasunaga en hing de eerste 10 vogels op. De gouden kraanvogel beef op zijn ereplaats op de tafel staan.
Na het avondeten bracht mevrouw Sasaki Mitsue en Eiji naar het ziekenhuis. Iedereen was verbaasd om de vogels te zien. Ze herinnerden mevrouw Sasaki aan een oud gedicht:
Uit gekleurd papier, kraanvogels,
komen vliegen in
ons huis.

Mitsue en Eiji hielden het meest van de gouden kraanvogel. Maar mevrouw Sasaki verkoos de kleinste vogel gemaakt van mooi groen papier met paarse parasolletjes. "Deze verkies ik," zei ze, "omdat de kleinste het moeilijkst te maken zijn."
Na het bezoekuur voelde Sadako zich heel eenzaam in de ziekhuiskamer. Zo eenzaam dat Sadako verder kraanvogels plooide om de moed er in te houden.
Elf ... ik wens dat ik beter word.
Twaalf ... ik wens dat ik beter word ...

donderdag 21 februari 2013

De gouden kraanvogel (1)

De volgende morgen ontwaakte Sadako langzaam. In plaats van de vertrouwde geluiden uit de keuken van haar mama, hoorde ze de nieuwe, verschillende geluiden van een ziekenhuis. Sadako zuchtte. Ze had gehoopt dat gisteren gewoon een slechte droom was. Maar de realiteit kwam des te harder terug toen verpleegster Yasunaga binnen kwam en haar een spuitje gaf.
"Spuitjes maken deel uit van het ziekenhuis," verklaarde de mollige verpleegster. "Je raakt het wel gewoon."
"Ik wil gewoon dat die ziekte weggaat," zei Sadako ongelukkig, "zodat ik terug naar huis kan."
Chizuko was die middag Sadako's eerste bezoeker. Ze glimlachte mysterieus terwijl ze iets achter haar rug verborgen hield. "Ogen dicht," zei ze. Terwijl Sadako haar ogen stijf dicht kneep, legde Chizuko een paar blaadjes papier en een schaar op bed. "Kijk maar," zei ze.
"Wat is dat?" vroeg Sadako terwijl ze naar het papier staarde.
Chizuko zei zelfgenoegzaam en fier, "Ik heb een manier gevonden om je te genezen."
"Kijk!" Ze sneed een groot vierkant uit het goudpapier. In geen tijd had ze uit het vierkant een mooie kraanvogel gevouwen.
Sadako keek verbaasd. "Hoe kan die papieren vogel mij nu genezen?"
"Ken je die oude legende van de kraanvogel niet meer?" vroeg Chizuko. "Hij is verondersteld om 1000 jaar te leven. Als iemand die ziek is er 1000 plooit, zullen de goden haar wens vervullen en haar genezen." Ze gaf de kraanvogel aan Sadako. "Hier is je eerste vogel."
Sadako kreeg tranen in haar ogen. Wat lief van Chizuko om haar een geluksbrenger te schenken! Vooral omdat haar vriendin er eigenlijk niet in geloofde. Sadako nam de gouden kraanvogel en deed haar wens. Ze kreeg een warm gevoel wanneer ze de vogel aanraakte. Dat moest een goed voorteken zijn.
"Dank je Chizuko chan," fluisterde ze. "Ik hou hem voor eeuwig bij me."

woensdag 20 februari 2013

Het geheim onthuld

Het leek dat de gebeden en de geluksbrengers voor enige weken hun werk hadden gedaan. Sadako voelde zich sterk en gezond en ze rende langer en harder.
Maar daar kwam op een heldere, koude winterdag in februari abrupt een eind aan. Sadako was aan het trainen op het schoolplein. Plots leek alles rond haar te draaien en ze zakte neer op de grond. Eén van de leraars haastte zich naar haar toe.
"Ik ... ik denk dat ik gewoon wat moe ben," prevelde Sadako zacht. Ze probeerde recht te staan maar haar benen wiebelden en ze viel terug neer. De leraar zond Mitsue naar huis om meneer Sasaki.
Meneer Sasaki verliet zijn kapperszaak en bracht Sadako naar het Rode Kruis ziekenhuis. Toen ze binnengingen, sloeg de schrik Sadako om het hart. In dit ziekenhuis bevond zich een afdeling voor de mensen die aan de atoombomziekte leden.
Een paar minuten later belandde Sadako in een consultatiekamer waar een verpleegster bloed trok en röntgenfoto's nam van haar borstkast. Dr. Numate klopte op haar rug en stelde haar heel wat vragen. Nog drie andere dokters kwamen haar onderzoeken. Eén van hen schudde zijn hoofd en streelde haar zachtjes over haar hoofd.
Intussen was haar hele familie in het ziekenhuis gearriveerd. Haar ouders waren in het kantoor van de dokter. Sadako kon hun stemmen vaag horen. Opeens hoorde ze haar moeder schreeuwen, "Leukemie! Maar dat is niet mogelijk!" Toen ze dat verschrikkelijke woord hoorde, drukte ze haar handen stevig tegen haar oren. Ze wilde verder niks meer horen. Natuurlijk had ze geen leukemie. Hoe zou dat kunnen, de atoombom had haar toch niet verwond.
Yasunaga, de verpleegster, nam haar mee naar een ziekenhuiskamer en gaf haar een katoenen kimono om aan te trekken. Sadako ging net op bed liggen toen haar familie binnenkwam.
Mevrouw Sasaki nam Sadako in haar armen. "Je moet hier blijven voor een tijdje," zei ze gespeeld opgewekt. "Maar ik kom je elke avond bezoeken."
"En wij komen na schooltijd," beloofde Masahiro.
Mitsue en Eiji knikten met hun ogen groot van angst.
"Heb ik dan echt de atoombomziekte?" vroeg Sadako aan haar papa.
Hij keek haar bezorgd aan en zei enkel, "De dokters willen nog enkele testen doen - da's alles." Hij wachtte eventjes en vervolgde,"Je zal misschien enkele weken hier moeten blijven."
Enkele weken! Dat voelde als enkel jaren voor Sadako. Ze zou de overstap naar de middelbare school missen maar nog erger, ze zou geen plaatsje krijgen in het schoolteam. Sadako slikte en deed haar best om niet in tranen uit te barsten.
Mevrouw Sasaki begon als een bezetene de kussens op te schudden en haar beddensprei effen te leggen. Meneer Sasaki schraapte zijn keel. "Is ... is er iets wat je graag zou willen hebben?" vroeg hij.
Sadako schudde haar hoofd. Het enige wat ze wilde, was naar huis gaan. Maar wanneer?
Haar maag verkrampte langzaam van de angst. Ze had immers gehoord dat veel mensen die in het ziekenhuis opgenomen werden het nooit meer levend verlieten.
Verpleegster Yasunaga stuurde iedereen naar huis zodat Sadako kon rusten. Toen ze alleen was, begroef Sadako haar gezicht in haar kussen en huilde onophoudelijk. Ze had zich nog nooit zo alleen en zo ellendig gevoeld.

dinsdag 19 februari 2013

Sadako's geheim (2)

De hele winter lang trainde Sadako om haar snelheid nog op te drijven. Als ze zich wilde kwalificeren voor het team van de middelbare school moest ze elke dag oefenen. Soms kwam na een lange training de duizeligheid terug. Sadako besloot er niemand iets van te vertellen.
Ze probeerde zichzelf te overtuigen dat het niks betekende, dat die duizeligheid wel zou overgaan. Maar dat gebeurde niet. Het werd erger. Angstig bewaarde Sadako dit geheim. Ze vertelde het zelfs niet aan haar beste vriendin Chizuko.
Op oudejaarsavond hoopte Sadako dat ze op een magische wijze de duizeligheid zou kunnen wegwensen. Hoe volmaakt zou het voor haar zijn als ze dit vreselijke geheim niet meer zou hebben!
Toen de tempelklokken om middernacht begonnen te luiden, lag ze lekker ingeduffeld tussen haar dekens. De klokken verjoegen alle boze geesten van het oudejaar zodat het nieuwe jaar goed zou kunnen starten. Bij elke klokslag maakte Sadako slaperig haar speciale wens.
De volgende morgen voegden de Sasaki's zich bij een grote groep mensen die de heiligdommen ging vereren. Mevrouw Sasaki straalde in haar mooiste zijden kimono met bloemenprint.
"Van zodra we geld genoeg hebben, koop ik een kimono voor je," beloofde zij aan Sadako. "Een meisje van jouw leeftijd zou er één moeten hebben."
Sadako dankte haar mama beleefd maar een kimono was het minste van haar zorgen. Ze wilde alleen maar in het team van de middelbare school aangenomen worden.
Midden tussen de menigte van gelukkige mensen vergat Sadako voor eventjes haar geheim. Ze liet de vreugdegolf van Nieuwjaar haar zorgen overspoelen. Op het einde van de dag hield ze met haar grote broer Masahiro een loopwedstrijd naar huis, ze won gemakkelijk. Boven de deur hingen de geluksbrengers van mevrouw Sasaki die hen tijdens het komende jaar zouden beschermen.
Hoe zou er ooit iets slechts kunnen gebeuren na zo'n goeie start van het nieuwe jaar?

maandag 18 februari 2013

Sadako's geheim (1)

Het was in het begin van de herfst toen Sadako zich naar huis repte om het goeie nieuws te vertellen. Ze trapte haar schoenen uit en gooide de deur open. "Ik ben thuis!" schreeuwde ze.
Haar mama was net bezig in de keuken het eten klaar te maken.
"Er is iets fantastisch gebeurd!" zei Sadako buiten adem. "Raad eens!"
"Er gebeuren zoveel fantastische dingen met je, Sadako chan. Ik kan gewoon niet raden."
"De grote loopwedstrijd op Vrije Dag!" zei Sadako. "Ik mag voor de Bamboeklas meedoen met het aflossingsteam." Ze danste de hele kamer door terwijl ze vrolijk haar boekentas rondslingerde. "Ik denk dat als we winnen dat ik dan zeker volgend jaar een plaatsje in het schoolteam van de middelbare school krijg." Dat was Sadako's grootste wens.
Meneer Sasaki gaf tijdens het avondeten een lange speech over familie-eer en trots. Zelfs Masahiro was ervan onder de indruk. Sadako kon niet eten, ze was te opgewonden. Ze zat gewoon gelukzalig te lachen.
Van dan af kon Sadako maar aan één iets denken, de aflossingsrace. Op school oefende ze elke dag en meestal rende ze na school naar huis. Wanneer Masahiro haar tijd opnam met het grote uurwerk van zijn papa, was iedereen onder de indruk van de snelheid van Sadako. Misschien, droomde ze, word ik de beste loper van de hele school.
Eindelijk brak de grote dag aan. Een grote massa van ouders, familie en vrienden verzamelde aan de school om de sportwedstrijden bij te wonen. Sadako was zo zenuwachtig dat ze bang was dat haar benen niet meer vooruit zouden komen. De lopers van de andere teams leken op slag veel groter en sterker dan haar teamgenotes.
Wanneer ze haar mama vertelde wat ze voelde, zei mevrouw Sasaki, "Sadako, het is volslagen normaal dat je een beetje bang bent. Maak je geen zorgen. Wanneer de wedstrijd eenmaal begint, zul je zo vlug lopen als je benen je dragen kunnen."
Toen brak de tijd aan voor de estafette.
"Gewoon je best doen," zei meneer Sasaki, terwijl hij even in haar handje kneep. "We zullen fier zijn op je."
De knoop in haar maag verdween door de lieve woorden van haar ouders. Wat er ook moge zijn, ze houden van me, dacht ze.
Bij het startsein, dacht Sadako aan niks anders meer dan aan de race. Toen het haar beurt was, rende ze met al de kracht die ze had. Haar hart pompte nog pijnlijk tegen haar ribbenkast toen de race al gedaan was.
Dit was de eerste keer dat ze zich raar en duizelig voelde. Ze hoorde nauwelijks dat iemand haar toeriep, " Je team heeft gewonnen!" De ganse Bamboeklas omringde Sadako al juichend en roepend. Ze schudde een paar keer met haar hoofd en de duizeligheid verdween.

Sadako in het midden van haar team

zondag 17 februari 2013

Vredesdag (2)

Wanneer de ceremonie afgelopen was, nam Sadako de anderen mee naar het oude vrouwtje dat suikerspinnen verkocht. Ze smaakten zelfs nog beter dan vorig jaar. De dag ging te vlug voorbij, zoals altijd. Het leukste was kijken naar wat er allemaal te koop was en al de lekkere geuren opsnuiven, dacht Sadako. In de eetstandjes kon je gewoon alles krijgen, van bonencake tot sjirpende krekels. Het ergste was echter mensen met witte littekens te zien. De atoombom had hen zo erg verbrand dat ze er niet meer menselijk uitzagen. Wanneer er zo iemand te dicht bij Sadako kwam, draaide ze zich vlug om.
De spanning steeg als de zon onderging. Wanneer de laatst vuurwerkpijl uitdoofde, bracht iedereen hun papieren lantaarn naar de oever van de Ohtarivier.
Meneer Sasaki stak behoedzaam de kaarsjes aan in de zes lantaarns - voor elk familielid één. Op de lantaarns waren de namen geschreven van familieleden die gedood werden door de Bliksemflits. Sadako had de naam van Oba chan, haar oma, op de zijkant van haar lantaarn geschreven. Toen de kaarsen helder brandden, lieten ze ze met de Ohtarivier meevloeien. Ze dreven langzaam op het donkere water naar de zee als een zwerm vuurvliegen.
Die nacht kon Sadako moeilijk de slaap vatten, ze liet de hele dag nog eens de revue passeren. Mashiro was verkeerd, dacht ze. De spin had wel geluk gebracht. Morgen zou ze hem daarover aanspreken.

zaterdag 16 februari 2013

Vredesdag (1)

Wanneer ze eindelijk vertrokken, was het al warm en stof hing over de drukke straten. Sadako rende voor de anderen uit naar het huis van haar beste vriendin, Chizuko. Ze waren sinds de kleuterklas beste vriendinnen en even onafscheidelijk als een schaduw van zijn lichaam.
Chizuko zwaaide en wandelde Sadako tegemoet. Sadako wenste soms dat haar vriendin een beetje meer gehaast zou kunnen zijn. "Hé schildpad!" riep ze, "Rep je wat zodat we niks missen!"
"Sadako chan, niet zo rennen in dit weer," riep haar mama haar na. Maar het haalde niks uit. De meisjes raceten al door de straat.
Mevrouw Sasaki fronste. "Sadako wil altijd de eerst zijn, ze stopt nooit om te luisteren," zei ze.
Meneer Sasaki lachte. "Heb je haar ooit zien stappen als ze kon rennen, huppelen of springen?" zei hij met trots in zijn stem omdat Sadako een uitzonderlijke loopster was.
Aan de ingang van de Vredestuin stonden de mensen in stilte aan te schuiven. Aan de muren hingen de foto's van de Hiroshima-slachtoffers. De atoombom - de Bliksemflits - had Hiroshima in een woestijn veranderd.
Sadako wilde niet naar de gruwelijke beelden kijken. Ze hield Chizuko's hand stevig vast en liep vlug door het gebouw.
"Ik herinner me de bliksemflits," fluisterde Sadako. "Het was als licht van duizend zonnen. En dan prikte de hitte als naalden in mijn ogen."
"Hoe kan jij je dat nu nog herinneren?" schreeuwde Chizuko. "Je was toen nog een baby!"
"Echt wel!" antwoordde Sadako koppig.
Na de toespraken van de burgemeester en de Boeddhistische monniken werden honderden witte duiven uit hun kooien los gelaten. Ze cirkelden rond de gehavende, verminkte Atoombomkoepel. Ze waren net als de geesten van de slachtoffers die hoog in de hemel naar de vrijheid vlogen, dacht Sadako.

vrijdag 15 februari 2013

Een goed voorteken (2)

Meneer Sasaki kwam in huis uit de veranda. "Helemaal juist", zei hij. "Sadako chan, toon een beetje respect. Je eigen grootmoeder is gedood op die verschrikkelijke dag."
"Maar ik heb respect voor Oba chan," zei Sadako. "Ik bid elke morgen voor haar geest. Maar ik ben vanmorgen gewoon heel erg blij."
"Nu je het zegt, het is tijd voor ons gebed," zei papa.
Het hele gezin Sasaki verzamelde rond hun klein huisaltaar. Daarop bevond zich de foto van Oba chan in een lijst met gouden rand. Sadako keek naar het plafond en vroeg zich af of de geest van oma ergens boven hun altaar zweefde.
"Sadako chan!" berispte meneer Sadaki.
Sadako boog vlug haar hoofd. Zenuwachtig wikkelde ze haar teentjes terwijl meneer Sadaki sprak. Hij bad dat de zielen van hun voorvaders vredig en gelukkig mochten zijn. Hij dankte voor zijn kapperszaak. Hij dankte voor zijn geweldige kinderen. En hij bad dat zijn gezin gespaard zou blijven van leukemie, de atoombomziekte.
Nog steeds stierven heel wat Japanners door deze ziekte alhoewel het al 9 jaar geleden was dat de bom op Hiroshima viel. De bom had de lucht radioactief gemaakt en dat vergiftigde de mensen nog altijd.
Tijdens het ontbijt schrokte Sadako luidruchtig haar soep en rijst naar binnen. Masahiro stak een verhaal af over meisjes die aten als hongerige draken. Maar Sadako sloeg geen acht op zijn plagerijen. Haar gedachten dwaalden af naar de Vredesdag van vorig jaar. Ze dacht met liefde terug aan de vele mensen, de muziek en het vuurwerk. Ze smaakte nog altijd de heerlijke suikerspin.
Ze was de eerste klaar met ontbijten. Ze sprong recht en stootte daarbij bijna de tafel omver. Ze was groot voor haar leeftijd en haar benen leken altijd in de weg te zitten.
"Vlug Mitsue chan," zei ze. "Laat ons vlug de vaat doen zodat we kunnen vertrekken."
Toen de keuken terug netjes was, bond ze rode linten aan haar vlechten en wachtte ze ongeduldig aan de deur."Sadako chan," zei haar mama zacht,"we vertrekken om half acht. Ga rustig zitten tot het tijd is."
Sadako liet zich met een bons op de tatami vallen. Niks kon haar ouders opjagen. Terwijl ze zat te wachten kroop er een wollige spin door de kamer. Een spin was een goed voorteken. Nu was Sadako er zeker van dat het een prachtige dag zou worden. Ze nam de spin zachtjes op en zette ze buiten.
"Da's belachelijk," zei Mashiro. "Spinnen kunnen geen geluk brengen."
"Je zult wel zien!" zie Sadako vrolijk.

donderdag 14 februari 2013

Een goed voorteken (1)

Sadako was een geboren hardloopster. Ze kon lopen voor ze kon stappen, beweerde haar mama altijd.
Het was een morgen in augustus van 1954 toen Sadako van zodra ze aangekleed was de straat op liep. De Japanse morgenzon gaf haar donkere haar een bruine schijn.Er was geen wolkje te bespeuren. Dat was een goed teken. Sadako was altijd op zoek naar voortekens van geluk.
Terug thuis waren haar zus en twee broers nog altijd aan het slapen. Ze porde Masahiro, haar grote broer.
"Sta op, luilak!" zei ze. Het is de "Vredesdag".
Masahiro gromde en gaapte. Hij wilde zo lang mogelijk slapen, maar zoals alle 14-jarigen, had hij ook altijd honger. Toen hij de geur van de lekkere bonensoep snoof, sprong hij uit bed. Mitsue en Eije volgden vlug.
Sadako hielp Eiji aankleden. Hij was pas zes en verloor af en toe een sok of zijn shirt. Toen hij was aangekleed vouwde Sadako de dekens netjes op. Haar 9-jarig zusje Mitsue hielp de dekens in de kast leggen.
Als een wervelwind stormde Sadako de keuken binnen terwijl ze riep:"Mama, ik kan bijna niet wachten om naar het feest te gaan. Kunnen we asjeblief vlug ontbijten?"
Haar mama was net bezig de ingemaakte radijsjes te snijden die ze bij de rijst en soep zouden opeten. Ze keek Sadako streng aan en berispte haar:"Je bent elf jaar oud, je zou beter moeten weten! Je mag het geen feest noemen. Elk jaar op 6 augustus herdenken we alle mensen die gestorven zijn door de atoombom op onze stad Hiroshima. "Vandaag is een herdenkingsdag!"

Sadako en de 1000 Papieren Kraanvogels

PROLOOG
Sadako en de duizend papieren kraanvogels is gebaseerd op het waar gebeurde verhaal van een klein Japans meisje dat in 1943 het levenslicht zag en op 12-jarige leeftijd overleed in 1955.
Ze was in Hiroshima toen het Amerikaanse leger de atoombom dropte in de hoop zo de Tweede Wereldoorlog een halt toe te roepen. Tien jaar later stief Sadako aan de gevolgen van de radioactieve stralen van de bom.
Sadako werd door haar moed een ware heldin voor alle Japanse kinderen.

"Sadako and the Thousand Paper Cranes" by Eleanor Coerr



Eleanor Coerr hoorde voor het eerst het verhaal van Sadako toen ze vele jaren geleden nog in Japan woonde. Toen ze ontdekte dat de brieven van Sadako gepubliceerd waren in het boek "Kokeshi", besloot ze een boek te schrijven voor Amerikaanse kinderen over het moedige Japanse meisje. Mevrouw Coerr woonde in San Diego, Californië. Ze overleed in 2010.



Kraanvogels van de Hoop

We hebben al een paar jaar een vriendinnetje in de US, ze heet Taylor Love. Taylor was er een tweetal jaar geleden slecht aan toe. Ze vocht tegen 2 kankers, neuroblastoma en leukemie.
We probeerden haar strijd in de aandacht te brengen omdat er te weinig geld geïnvesteerd wordt in het onderzoek naar kinderkanker. De kinderen worden behandeld met heel agressieve medicijnen. Volgens de statistieken sterven 20% van de kankerpatiëntjes als gevolg van de chemo. Dat moet anders kunnen. Taylor kreeg als gevolg van haar behandeling tegen neuroblastoma de andere kanker leukemie. Gelukkig was ons vriendinnetje sterk en kon ze terugvechten tegen het monster kanker. Vandaag gaat alles goed met Taylor. ( https://www.facebook.com/lovetaylorlove )




Kinderkanker is een issue dat, eenmaal er mee in contact gekomen, mensen diep treft. Ook kinderen. Eén van die kinderen is de 12-jarige Niasha Oden (https://www.facebook.com/pages/Cranes-of-Hope/247774075297381 ) Ze vond een oude Japanse legende over kraanvogels. In Japan is de kraanvogel een geluksbrenger en staat het symbool voor een lang leven. De legende vertelt dat als iemand 1000 origami-kraanvogels vouwt zijn wens tot gezondheid in vervulling zal gaan. Niasha vouwt nu kraanvogels die ze schenkt aan kinderen met kanker.

Sadako, een Japans meisje die als gevolg van de atoombom op Hiroshima aan leukemie lijdt, start ook met het vouwen van papieren kraanvogels. Dit prachtig, aangrijpende verhaal kun je lezen in "Sadako and the Thousand Paper Cranes". Helaas is dit verhaal niet vertaald naar het Nederlands. Vandaar deze blog. Elke dag zal een vertaald stukje tekst uit het boekje verschijnen op deze blog.

Dat kinderkanker overal toeslaat, ook in onze hele dichte omgeving, is voor de kinderen en volwassenen uit Onze Bijenkorf sinds eind oktober een keiharde realiteit geworden ...
Wims klas startte afgelopen weken met het plooien van kraanvogels van de hoop.
Maar ze zijn maar met zijn 8'en. Wie wil kan zich aansluiten. Plooi thuis, op school, op het werk ... van zodra je wat vrije tijd hebt. Mediteren met een hoger doel.
Hoe plooien? Niasha geeft je uitleg via dit YT-filmpje

‘Dit is onze Schreeuw. Dit is ons Gebed. Vrede op Aarde’