maandag 18 februari 2013

Sadako's geheim (1)

Het was in het begin van de herfst toen Sadako zich naar huis repte om het goeie nieuws te vertellen. Ze trapte haar schoenen uit en gooide de deur open. "Ik ben thuis!" schreeuwde ze.
Haar mama was net bezig in de keuken het eten klaar te maken.
"Er is iets fantastisch gebeurd!" zei Sadako buiten adem. "Raad eens!"
"Er gebeuren zoveel fantastische dingen met je, Sadako chan. Ik kan gewoon niet raden."
"De grote loopwedstrijd op Vrije Dag!" zei Sadako. "Ik mag voor de Bamboeklas meedoen met het aflossingsteam." Ze danste de hele kamer door terwijl ze vrolijk haar boekentas rondslingerde. "Ik denk dat als we winnen dat ik dan zeker volgend jaar een plaatsje in het schoolteam van de middelbare school krijg." Dat was Sadako's grootste wens.
Meneer Sasaki gaf tijdens het avondeten een lange speech over familie-eer en trots. Zelfs Masahiro was ervan onder de indruk. Sadako kon niet eten, ze was te opgewonden. Ze zat gewoon gelukzalig te lachen.
Van dan af kon Sadako maar aan één iets denken, de aflossingsrace. Op school oefende ze elke dag en meestal rende ze na school naar huis. Wanneer Masahiro haar tijd opnam met het grote uurwerk van zijn papa, was iedereen onder de indruk van de snelheid van Sadako. Misschien, droomde ze, word ik de beste loper van de hele school.
Eindelijk brak de grote dag aan. Een grote massa van ouders, familie en vrienden verzamelde aan de school om de sportwedstrijden bij te wonen. Sadako was zo zenuwachtig dat ze bang was dat haar benen niet meer vooruit zouden komen. De lopers van de andere teams leken op slag veel groter en sterker dan haar teamgenotes.
Wanneer ze haar mama vertelde wat ze voelde, zei mevrouw Sasaki, "Sadako, het is volslagen normaal dat je een beetje bang bent. Maak je geen zorgen. Wanneer de wedstrijd eenmaal begint, zul je zo vlug lopen als je benen je dragen kunnen."
Toen brak de tijd aan voor de estafette.
"Gewoon je best doen," zei meneer Sasaki, terwijl hij even in haar handje kneep. "We zullen fier zijn op je."
De knoop in haar maag verdween door de lieve woorden van haar ouders. Wat er ook moge zijn, ze houden van me, dacht ze.
Bij het startsein, dacht Sadako aan niks anders meer dan aan de race. Toen het haar beurt was, rende ze met al de kracht die ze had. Haar hart pompte nog pijnlijk tegen haar ribbenkast toen de race al gedaan was.
Dit was de eerste keer dat ze zich raar en duizelig voelde. Ze hoorde nauwelijks dat iemand haar toeriep, " Je team heeft gewonnen!" De ganse Bamboeklas omringde Sadako al juichend en roepend. Ze schudde een paar keer met haar hoofd en de duizeligheid verdween.

Sadako in het midden van haar team