zondag 17 februari 2013

Vredesdag (2)

Wanneer de ceremonie afgelopen was, nam Sadako de anderen mee naar het oude vrouwtje dat suikerspinnen verkocht. Ze smaakten zelfs nog beter dan vorig jaar. De dag ging te vlug voorbij, zoals altijd. Het leukste was kijken naar wat er allemaal te koop was en al de lekkere geuren opsnuiven, dacht Sadako. In de eetstandjes kon je gewoon alles krijgen, van bonencake tot sjirpende krekels. Het ergste was echter mensen met witte littekens te zien. De atoombom had hen zo erg verbrand dat ze er niet meer menselijk uitzagen. Wanneer er zo iemand te dicht bij Sadako kwam, draaide ze zich vlug om.
De spanning steeg als de zon onderging. Wanneer de laatst vuurwerkpijl uitdoofde, bracht iedereen hun papieren lantaarn naar de oever van de Ohtarivier.
Meneer Sasaki stak behoedzaam de kaarsjes aan in de zes lantaarns - voor elk familielid één. Op de lantaarns waren de namen geschreven van familieleden die gedood werden door de Bliksemflits. Sadako had de naam van Oba chan, haar oma, op de zijkant van haar lantaarn geschreven. Toen de kaarsen helder brandden, lieten ze ze met de Ohtarivier meevloeien. Ze dreven langzaam op het donkere water naar de zee als een zwerm vuurvliegen.
Die nacht kon Sadako moeilijk de slaap vatten, ze liet de hele dag nog eens de revue passeren. Mashiro was verkeerd, dacht ze. De spin had wel geluk gebracht. Morgen zou ze hem daarover aanspreken.