vrijdag 15 februari 2013

Een goed voorteken (2)

Meneer Sasaki kwam in huis uit de veranda. "Helemaal juist", zei hij. "Sadako chan, toon een beetje respect. Je eigen grootmoeder is gedood op die verschrikkelijke dag."
"Maar ik heb respect voor Oba chan," zei Sadako. "Ik bid elke morgen voor haar geest. Maar ik ben vanmorgen gewoon heel erg blij."
"Nu je het zegt, het is tijd voor ons gebed," zei papa.
Het hele gezin Sasaki verzamelde rond hun klein huisaltaar. Daarop bevond zich de foto van Oba chan in een lijst met gouden rand. Sadako keek naar het plafond en vroeg zich af of de geest van oma ergens boven hun altaar zweefde.
"Sadako chan!" berispte meneer Sadaki.
Sadako boog vlug haar hoofd. Zenuwachtig wikkelde ze haar teentjes terwijl meneer Sadaki sprak. Hij bad dat de zielen van hun voorvaders vredig en gelukkig mochten zijn. Hij dankte voor zijn kapperszaak. Hij dankte voor zijn geweldige kinderen. En hij bad dat zijn gezin gespaard zou blijven van leukemie, de atoombomziekte.
Nog steeds stierven heel wat Japanners door deze ziekte alhoewel het al 9 jaar geleden was dat de bom op Hiroshima viel. De bom had de lucht radioactief gemaakt en dat vergiftigde de mensen nog altijd.
Tijdens het ontbijt schrokte Sadako luidruchtig haar soep en rijst naar binnen. Masahiro stak een verhaal af over meisjes die aten als hongerige draken. Maar Sadako sloeg geen acht op zijn plagerijen. Haar gedachten dwaalden af naar de Vredesdag van vorig jaar. Ze dacht met liefde terug aan de vele mensen, de muziek en het vuurwerk. Ze smaakte nog altijd de heerlijke suikerspin.
Ze was de eerste klaar met ontbijten. Ze sprong recht en stootte daarbij bijna de tafel omver. Ze was groot voor haar leeftijd en haar benen leken altijd in de weg te zitten.
"Vlug Mitsue chan," zei ze. "Laat ons vlug de vaat doen zodat we kunnen vertrekken."
Toen de keuken terug netjes was, bond ze rode linten aan haar vlechten en wachtte ze ongeduldig aan de deur."Sadako chan," zei haar mama zacht,"we vertrekken om half acht. Ga rustig zitten tot het tijd is."
Sadako liet zich met een bons op de tatami vallen. Niks kon haar ouders opjagen. Terwijl ze zat te wachten kroop er een wollige spin door de kamer. Een spin was een goed voorteken. Nu was Sadako er zeker van dat het een prachtige dag zou worden. Ze nam de spin zachtjes op en zette ze buiten.
"Da's belachelijk," zei Mashiro. "Spinnen kunnen geen geluk brengen."
"Je zult wel zien!" zie Sadako vrolijk.